Nabil B. Kroongetuige Marengo ECLI NL RBAMS 2024 687

Veroordeling van kroongetuige tot tien jaar gevangenisstraf voor deelneming aan een criminele organisatie, medeplegen van een poging tot moord, medeplichtigheid aan moord en voortgezette handeling van voorbereiding van moord en het medeplegen van moord. Toetsing van de beschermingsovereenkomst? Toezeggingen aan de kroongetuige, financiële beloning? Proportionaliteit van de basis-strafeis. PGP-bewijs. Opzet op vergismoord? Redelijke termijn. Gewijzigde VI-regeling. Uitleg art. 44a Sr. Verdiscontering strafverminderende factoren in basis-straf.

Het onderzoek Marengo heeft betrekking op zeventien verdachten. Zestien van hen worden verdacht van betrokkenheid bij een of meer moorden, pogingen daartoe of voorbereiding daarvan. Alle verdachten worden beschuldigd van betrokkenheid bij dezelfde criminele organisatie die gericht was op moorden, vuurwapendelicten en gekwalificeerde diefstal. In dit vonnis zijn de overwegingen en beslissingen opgenomen die in de strafzaak tegen de hierboven genoemde verdachte zijn gegeven. De rechtbank wijst vandaag ook vonnis in de zaken van de zestien andere verdachten die (grotendeels) gelijktijdig terecht hebben gestaan.

Procesdossier Marengo

Het procesdossier bevat (zoveel mogelijk chronologisch) de volgende deelonderzoeken:

Rudolf: de moord op [slachtoffer 3] op 9 september 2015 en het beramen van een ontploffing in de spyshop te Nieuwegein in de periode van 15 augustus 2015 tot en met 19 oktober 2015;

Ster: de moord op [slachtoffer 4] op 17 april 2016 en het beramen van de moord op [slachtoffer 4] en [betrokkene 4] in de periode van 1 maart 2016 tot en met 17 april 2016;

Aker: de moord op [slachtoffer 5] op 9 mei 2016 en het beramen van de moord op [slachtoffer 5] in de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 januari 2016;

Kreta: de moord op [slachtoffer 1] op 22 juni 2016 en het beramen van de moord op [slachtoffer 1] , [betrokkene 5] , [betrokkene 6] en [betrokkene 7] in de periode van 17 april 2016 tot en met 22 juni 2016;

Tennis: de poging tot moord op [betrokkene 1] op 11 oktober 2016;

Plato: de poging tot moord op [betrokkene 8] op 5 december 2016;

Zeilboot/Raspvijl: de poging tot moord en de moord op [slachtoffer 6] op 8 december 2016 en de poging tot moord op [slachtoffer 6] op 2 juli 2016;

Roos/Doorn: de moord op [slachtoffer 2] op 12 januari 2017 en het beramen van de moord op [betrokkene 2] in de periode 1 december 2016 tot en met 14 januari 2017;

De criminele organisatie in de periode van 16 juli 2015 tot en met 14 januari 2017.

Beslissingen

De rechtbank:

Verklaart het in zaak A primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt [verdachte] daarvan vrij.

Verklaart bewezen dat [verdachte] het in zaak A subsidiair ten laste gelegde, het in zaak B ten laste gelegde, het in zaak C onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde en het in zaak D primair ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in hoofdstuk 5 is vermeld.

Verklaart niet bewezen wat aan [verdachte] meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt [verdachte] daarvan vrij.

Het bewezen verklaarde levert op:

Ten aanzien van het in zaak A subsidiair bewezen verklaarde

medeplegen van medeplichtigheid aan het medeplegen van moord;

Ten aanzien van het in zaak B bewezen verklaarde

deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;

Ten aanzien van het in zaak C onder 1 primair bewezen verklaarde en het in zaak C onder 2 primair bewezen verklaarde

voortgezette handeling van het medeplegen van voorbereiding van moord en het medeplegen van moord;

Ten aanzien van het in zaak D primair bewezen verklaarde

medeplegen van poging tot moord.

Verklaart het bewezene strafbaar.

Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.

Veroordeelt [verdachte] tot een gevangenisstraf van 10 (tien) jaren.

Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.

Bron Rechtspraak
Aanbevolen