Willem Engel opruiing ECLI NL RBROT 2023 259

De rechtbank in Rotterdam heeft Willem Engel vrijgesproken van vijf verdenkingen van opruiing. Voor een oproep wordt hij wel veroordeeld.

De zaak gaat over zes uitlatingen die opruiend zouden zijn en die de verdachte in 2020 en 2021 op zijn (vrij) toegankelijke social media accounts zou hebben geplaatst.

Advocaat van de verdachte: mr. M.P.K. Ruperti, advocaat te Almere.

Officieren van justitie: mrs. W.D. van den Berg en S. Groen

Op de zitting van 21 november 2022 is uitgebreid stilgestaan bij de inhoud van die uitlatingen, de context waarin deze zijn gedaan en de bedoeling daarvan.

Daarnaast stond de vraag centraal tot welke strafbare feiten de uitlatingen zouden hebben opgeroepen. Een ander onderwerp van debat was in hoeverre de vrijheid van meningsuiting van de verdachte bij een veroordeling zou worden ingeperkt.

Verder is door de verdachte uitvoerig betoogd waarom hij vindt dat de officier van justitie de zaak niet had mogen vervolgen. In dit vonnis zal de rechtbank deze onderwerpen bespreken en uitleggen hoe zij die heeft beoordeeld.

De rechtbank vindt dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging, vindt één uitlating opruiend en daarom bewezen en spreekt de verdachte vrij van de overige vijf uitlatingen.

De vrijheid van meningsuiting staat de strafbaarheid van de uitlating niet in de weg en de verdachte is ook strafbaar voor de uitlating.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaar.

Passende straf

De hierboven uiteengezette omstandigheden rechtvaardigen dat aan de verdachte een straf zal worden opgelegd. Het is niet gepast en ook niet nodig dat het strafdoel vergelding nu nog hard doorklinkt in de straf.

De verdachte heeft namelijk al leed ondervonden van deze strafzaak en door de gevolgen daarvan. De voornaamste strafdoelen die de rechtbank beoogt te bereiken met de straf zijn tweeledig. Allereerst wil de rechtbank met de straf voorkomen dat de verdachte zich nogmaals opruiend zal uitlaten en brengt dit tot uitdrukking door de straf voorwaardelijk op te leggen.

Daarnaast dient het voor iedereen duidelijk te zijn dat het ondermijnen van de lokale autoriteiten en het negeren van de door hen genomen besluiten niet wordt getolereerd.

Conclusie

Aan de verdachte wordt een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand opgelegd, met een proeftijd van twee jaar.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. J.H. Janssen, voorzitter,

mrs. M.V. Scheffers en T.M. Riemens, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. J. Soeteman, griffier,

en uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank op 20 januari 2023 door rechter mr. Jacco Janssen

Volledige uitspraak

Bron Rechtspraak
Aanbevolen